Wolfeind 0000.0011

 

 Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin o.a. "Wolfeind": blz. 136, 520

- Meischke, R., De gotische bouwtraditie. Amersfoort (Bek­king), 1988cop. [305 blz. ISBN 90.6109.1977]. Hierin "Huizen en keuren": blz. 208-253 (Bewerking van eerdere publicatie in: J.G.N. Renaud (red.), "Rotterdam Papers II", Rotterdam, 1975, blz. 89-116). Hierin o.a. "Gevels met wolfseinden": blz. 250

- Eggen, Coen, Vakwerkbouw in Limburg. Weert (M & P), 1989. [119 blz. ISBN 90.6486.064.5]. Hierin "Zadeldak, wolfeind en nokvorst. Wat er verder over het dak te vertellen valt": blz. 50-54

- Orsel, Edwin, De ordinaire kap. Een bouwhistorische studie naar kapconstructies op Leidse huizen tussen 1300 en 1800. Band 1: tekst Proefschrift ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, ter verdedigen op 3 maart 2020. [Leiden], 2020 [305 blz. ISBN -]. Hierin "Zadeldak met wolfeind": blz. 209-210.

 

- Vigan, Jean de, Le petit Dicobat. Dictionnaire général du bâtiment. Ris-Orangis (Arcature), 1994. [957 blz. ISBN 2.9504805.2.7]. Hierin "Demi-croupe": blz. 236, 288